Tekst kapitein Joris van Duin
Foto Jeroen Liebers
Testfase nieuwe gevechtskleding voorbij, eerste uitlevering volgend jaar
Na een intensieve testperiode gaat het project Defensie Operationeel Kleding Systeem (DOKS) een nieuwe fase in. Dit bekent dat alle militairen een stapje dichter bij het nieuwe kledingpakket zijn. “Over het algemeen zijn de ervaringen positief”, zegt senior projectleider Franco. “Kledingstukken die we na verbetersuggesties aanpassen, testen we opnieuw. Hopelijk met een beter resultaat.”
Het liefste had Franco alle kledingstukken zelf willen testen. Want naast burgermedewerker bij Defensie is de projectleider DOKS namelijk reservist. Maar om in dit megaproject geen dubbele pet op te hebben, was het uiteindelijk beter om dat niet te doen.
“Als projectmanager moet ik een objectieve blik houden en niet te veel betrokken worden bij de inhoud. Daar heb ik een hoop specialisten voor”, stelt de reservist. “Mijn rol is om alle belangen te wegen, maar ook om meningsverschillen op te lossen. Dan helpt het niet als ik zelf onderdeel ben van die belangen.”

Vorig jaar is het kledingcontract met Hexonia GmbH getekend. Wat is er sindsdien gebeurd?
“We hielden operationele testen die in totaal een half jaar duurden. Die waren erg omvangrijk. Tussen de 200 en 250 militairen uit alle operationele commando’s (OpCo) deden mee. Zo droegen militairen de kledingstukken tijdens oefeningen, op kazernes, tijdens missies en op kantoor.”
“Mariniers droegen het tijdens hun koudweertraining in Noorwegen. Anderen testten de artikelen in de hitte in ‘de west’. Daarnaast droegen militairen de kleding op schepen, marechaussees van de Gewapende Beveiliging Burgerluchtvaart op en rondom Schiphol en technische eenheden van de luchtmacht in de werkplaatsen. Bovendien hebben we een aparte vrouwenreferentiegroep van alle vier de OpCo’s.”
“We wilden weten hoe mensen de kleding ervoeren in verschillende situaties. We deden er samen met onderzoeksorganisatie TNO een schepje bovenop. Zij deden thermische testen in de kou, hitte en met wisselende luchtvochtigheid. Ook zijn de militairen ermee op een speciale hindernisbaan gegaan. Daarna hielden we panelsessies met de militairen over hoe zij het tenue en extra kledingstukken ervaren.”

Dat klinkt erg uitgebreid. Wat is daar uitgekomen?
“Het kledingpakket is unisex. Dan denk je misschien: lichamen van vrouwen en mannen verschillen toch? Maar de maatvoering, met 35 verschillende maten, is zo ontworpen dat het voor iedere militair passend is. Over het algemeen zijn de reacties positief hierop. Maar er kwamen ook verbeterpunten uit de feedback, die we gaan verwerken om alles nog passender te maken. Zo krijgt de broek een iets wijdere pasvorm die beter kan worden versteld. Dat geldt ook voor het jasje: die had een V-vorm. Nu kijken we naar een iets uitwaaierende pasvorm, waarbij meer variatie in taillering mogelijk is.”
“Een ander punt was dat militairen het uniform soms als warm ervoeren. We proberen het nu meer luchtdoorlatend te maken. We kijken ook naar het geheel: combinaties van kleding of een lossere fit, waarbij meer ventilatie mogelijk is. Dat gaan we opnieuw testen in warme omstandigheden.”
Wat is de huidige stand van zaken?
“We zijn alle testresultaten aan het analyseren en we zitten daarmee in de slotfase. In het najaar willen we alle artikelen definitief vaststellen, zodat de productie kan starten. Dat is nogal een project. Want het gaat hier niet om alleen een uniform of een combatshirt. Het gaat om een compleet kledingpakket dat bestaat uit tientallen verschillende artikelen die op elkaar aansluiten. Denk aan tussen- en onderlagen, regenkleding, windproofkleding, isolerende kleding, 3 varianten combatkleding die in permetrine en non-permetrine beschikbaar zijn.”
“Het is dus een volledig kledingsysteem dat helemaal bij elkaar past. Elk kledingstuk is afgestemd op de andere kleding. Alles komt ook van 1 leverancier. Dat is belangrijk voor de instandhouding: zo blijven alle kledingstukken beschikbaar en is het logistieke proces bij inzet veel eenvoudiger dan nu met alle verschillende leveranciers. Goed om te weten is ook dat doorontwikkeling in het contract zit. Zo zijn nieuwe inzichten en innovaties op basis van ervaringen uit toekomstige operaties snel door te voeren.”

Dat klinkt alsof militairen en reservisten meer kledingstukken krijgen…
“Dat klopt, hieraan is gekoppeld de verandering van Hoofdtaak 2 (Bevordering van de (internationale) rechtsorde en stabiliteit) naar Hoofdtaak 1 (Het eigen grondgebied en dat van bondgenoten verdedigen). We moeten sneller inzetgereed zijn. Ook op het gebied van kleding en uitrusting. Bij Hoofdtaak 2 kan je je op tijd voorbereiden op missies en op je gemak naar uitrusting- en kleedstraten van het Kleding- en Persoonsgebonden Uitrustingsbedrijf (KPU-bedrijf) gaan. Maar met het oog op Hoofdtaak 1 moeten we ons voorbereiden op een grootschalig conflict zonder te weten waar en wanneer dat gebeurt. Dan is het zaak om al je stukken op de plank te hebben liggen.”
“Een gevolg hiervan is dus dat mensen inderdaad meer kledingstukken krijgen. Het wordt een uitdaging om alles goed op te bergen in kledingkasten. Die zorg hebben we uiteraard ook teruggekoppeld.”

Dus dan kunnen we met zijn allen aansluiten in de kledingstraten van het KPU–bedrijf?
“We werken uiteraard nauw samen met het KPU-bedrijf. Maar het is niet uitgerust om op zo’n korte termijn alle tienduizenden militairen te ontvangen en voorzien van het volledige kledingpakket. We denken nu na over de uitrol, waarschijnlijk gebeurt dat decentraal. Dan gaan we op grote locaties militairen opmeten en de kledingstukken verstrekken.”
Wanneer zien we de eerste militairen rondlopen in de nieuwe uniformen?
“We verwachten in juni of juli volgend jaar de eerste militairen te voorzien van het volledige DOKS-pakket. Afhankelijk van de snelheid waarmee de krijgsmacht opschaalt zullen de laatste militairen de nieuwe kleding waarschijnlijk eind 2027 of begin 2028 krijgen.”
“Een aantal artikelen is nu al klaar voor productie, maar zoals ik al eerder aangaf: van sommige artikelen willen we eerst nog een nieuwe versie zien, zoals de broek en de jas. Het kledingsysteem is heel fijnmazig en zo ontwikkeld om een goed zittend uniform voor iedereen aan te bieden. Het is nog net geen maatpak, maar hoe meer maten en juiste verstelmogelijkheden, hoe groter de kans dat het goed zit.”